Leren leren met monstertjes
We maken gedurende het schooljaar kennis met verschillende monstertjes. We gaan 'leren leren' met monstertjes.
De basis van 'het leren leren' zijn 16 leerstrategieën. Hierbij ontdekken de kinderen welke manieren van leren er zijn en welke manier het beste bij hen past. Ze leren zichzelf beter kennen, plannen, evalueren, hun eigen werkplek organiseren, om hulp vragen, etc. Kortom: vaardigheden die de kinderen nodig hebben voor nu en in de toekomst.
Om deze moeilijke begrippen voor de kinderen begrijpelijk en visueel te maken, gebruiken we ‘monstertjes’. De monsters zijn allemaal ergens goed in en helpen de kinderen om de vaardigheden te leren of te versterken. De kwaliteiten van de monsters zijn afgeleid van de leerstrategieën. Als leerkracht brengen we deze vaardigheden bij de kinderen onder de aandacht. Doordat we werken met de monsters hebben de leerstrategieën een gezicht gekregen en zijn ze herkenbaar voor alle kinderen Er zijn 16 monsters, verdeeld in 5 kleurrijke families.
De gele familie (Tot 1 november wordt er gewerkt met de gele monsters)
De gele familie staat voor de verschillende manieren van leren en het maken van keuzes die passen bij de persoonlijke ontwikkeling.
Hierbij horen de monsters Kenzo en Ikke.
- Kenzo helpt de kinderen om erachter te komen welke manier van leren het beste bij ze past. En ook hoe ze een opdracht het beste aan kunnen pakken.
- Ikke helpt kinderen inzicht te geven in datgene waar ze goed in zijn en waar ze nog in kunnen groeien. Zo leren de kinderen om haalbare doelen voor zichzelf te stellen en erachter te komen waar ze nog mee moeten oefenen.
De paarse familie(Vanaf half november )
De paarse familie staat voor het plannen, controleren en reflecteren op je eigen werk.
Hierbij horen de monsters Plavo, Moni en Hoeso.
- Plavo leert de kinderen om voorafgaand aan een opdracht een goede planning te maken. Maar ook om op tijd aan de bel te trekken als het niet lukt.
- Moni helpt om tussentijds te kijken of het werk nog goed verloopt en indien nodig op tijd bij te sturen.
- Hoeso leert de kinderen te evalueren op het gemaakte werk. Ze kijken of hun werk goed is en op tijd af is. Kinderen nemen hun eigen plan- en evaluatievaardigheden onder de loep en kijken waar ze nog in kunnen groeien. Het gaat hierbij om het verbeteren van sociale vaardigheden en de eigen leerresultaten.
De blauwe familie staat voor het selecteren van de juiste informatie, het zich eigen maken van informatie en het koppelen van nieuwe informatie aan eerder opgedane kennis.
Hierbij horen de monsters Zaza, Plop en Lurn.
- Zaza maakt duidelijk dat je door herhaling beter kunt worden. Immers, hoe vaker je iets oefent, hoe beter dat het zal gaan.
- Plop stimuleert de kinderen om actief na te denken over wat ze hebben geleerd. Snappen ze écht wat er is uitgelegd? Kunnen ze dit zelf toepassen? Als iets goed is blijven hangen, ‘plopt’ de kennis vanzelf in je hoofd en kun je deze steeds weer inzetten.
- Lurn leert de kinderen hoe ze gericht informatie kunnen vinden. Ook helpt Lurn om te bepalen welke informatiebronnen bruikbaar zijn en hoe je de gevonden informatie in je eigen taal kunt omzetten.
De groene familie(na de herfstvakantie)
De groene familie draagt bij aan een fijne omgang met elkaar en aan het samenwerken. Bovendien is het belangrijk dat iedereen bijdraagt aan een prettige werkomgeving. De monsters Nettie, Asse, Empa & Thie en Sam & Sterk horen hierbij.
De roze familie( vanaf februari) De roze familie staat voor motivatie, zelfkennis, doorzettingsvermogen om taken te volbrengen en dat je trots mag zijn op je werk. Hierbij horen de monsters GoGo, Spielo, Drom en Zieme.
|
|||
Leerlingenboek: Leren kun je leren p 4-24
Maak zelf een samenvatting met mindmap, ga naar deze site
HOE_LEER_IK_LESSEN.docx (49828)
huiswerkplanner_huiswerkspel.doc (85504)
leren_leren_bundel.docx (1170926)
Spreekbeurttips:ga naar deze site
Ik houd een spreekbeurt! – Stappenplan.
*Stap 1 : een leuk onderwerp vinden
Kies een onderwerp dat je leuk vindt – waarover je graag wil spreken – waarover je veel informatie kunt vinden.
*Stap 2 : de voorbereiding
Ga op zoek naar teksten, tekeningen, foto’s .....
Bepaal zo de volgorde van de hoofdstukken : wat komt eerst, wat daarna
Schrijf nu je spreekbeurt netjes op.
Begin met een inleiding, dan de spreekbeurt zelf en zorg voor een duidelijk slot.
*Stap 3 : je spiekbriefje
Op je spiekbriefje staan de belangrijkste woorden van je spreekbeurt.
Schrijf ook op wanneer je iets zal laten zien.
*Stap 4 : en nu oefenen
Oefen thuis voor de spiegel, vaak genoeg zodat je de tekst uit het hoofd kent.
Verander wat nog niet goed klinkt.
*Stap 5 : je spreekbeurt
Leg je materiaal op voorhand klaar - Spreek luid en duidelijk – Zorg voor duidelijke foto’s of tekeningen – Lees de tekst van je blad niet af!!! Geef een getijpte voorbereiding voor je spreekbeurt af aan de juf.
*Stap 6 : na je spreekbeurt
Geef je vragenblad aan de kinderen. Maak dat je ook zelf de antwoorden weet op de gestelde vragen.
Belangrijk : Geef je vragenblad de dag voordien af aan de juf, zodat het blad voor elke leerling kan gekopieerd worden.
Veel succes met je spreekbeurt!!!