Summatieve toets: einde schooljaar

Hieronder vind je de te kennen leerstof. Gebruik je neuze-neuzeboekje om de theorie te leren. Je kan oefeningen maken op deze website bij oefeningen wiskunde.

Veel succes : het wordt een moeilijke toets!

Kijk al je toetsen na van wiskunde , zodat je dezelfde fouten van bij de vorige toetsen niet opnieuw maakt.

Kijk ook de herhalingen na van iedere sprong.

 

Hier vind je oefeningen op kijklijnen, want hierop hebben vele leerlingen fouten gemaakt.

Kijklijnen en schaduwen

Filmpje over kijklijnen

oefening 1

Oefening 2

oefening 3(kijklijnen)

extra uitleg

Getallenkennis

- Tellen, terugtellen en doortellen tot 100 000 met sprongen van 1, 10, 50 … en 10 000

- Natuurlijke getallen tot 100 000 en kommagetallen tot op 0,001 vergelijken en ordenen

- Van elk cijfer in een natuurlijk getal tot 100 000 en in een kommagetal (tot 3 decimalen) de waarde bepalen, getallen splitsen en gebruikmaken van de bijbehorende termen en symbolen

- Eenvoudige verhoudingen vaststellen, verwoorden en vergelijken

- Vaststellen of twee breuken gelijkwaardig zijn
  Gelijkwaardige breuken van een gegeven breuk vinden

- Twee breuken met eenzelfde noemer of eenzelfde teller vergelijken
Breuken op een getallenas plaatsen

- Breuken groter dan 1 herstructureren

- Een lijngrafiek samenstellen

- Van een staafdiagram kwantitatieve gegevens aflezen en er eenvoudige berekeningen mee uitvoeren

Bewerkingen

- Gelijknamige breuken optellen en aftrekken

- Optellen en aftrekken met getallen tot 100 000 volgens de standaardprocedures en door flexibel te rekenen

- Eenvoudige kommagetallen optellen en aftrekken

- Getallen tot 100 000 vermenigvuldigen m.b.v. standaardprocedures en door flexibel te rekenen

- Getallen tot 100 000 delen m.b.v. standaardprocedures en door flexibel te rekenen

- In eenvoudige gevallen een natuurlijk getal en een kommagetal met elkaar vermenigvuldigen

- In eenvoudige gevallen een kommagetal delen door een natuurlijk getal of een natuurlijk getal delen door een natuurlijk getal waarbij het quotiënt een kommagetal is

- Natuurlijke getallen en/of kommagetallen cijferend optellen en aftrekken

- Een natuurlijk getal of een kommagetal cijferend vermenigvuldigen met een natuurlijk getal < 100

- Een natuurlijk getal of een kommagetal delen door een natuurlijk getal < 10 tot op 1, 0,1, 0,01 of 0,001 nauwkeurig en daarbij de rest juist aflezen

Metend rekenen

- De omtrek van vlakke figuren meten en berekenen

- De lengte van lijnstukken meten

- De basisformule voor de oppervlakteberekening van rechthoek en vierkant toepassen

- Meet- en berekeningsresultaten noteren in cm² en dm²

- Meet- en berekeningsresultaten noteren in liter, deciliter, centiliter, milliliter, g, kg en ton, ook als kommagetal (bv. 0,125 l)

- De in omloop zijnde munten en biljetten in verschillende combinaties gebruiken om te betalen, te wisselen, terug te geven en om na te tellen

- In een betekenisvolle situatie eenvoudige uurtabellen lezen en interpreteren

Meetkunde

- Gelijkvormigheid (gelijkheid van vorm) en niet-gelijkvormigheid ontdekken bij voorwerpen en bij vlakke figuren

- De eigenschappen van de zijden en de hoeken van vierkant, rechthoek, ruit en parallellogram verwoorden en deze figuren benoemen

- Het begrip ‘diagonaal’ van een veelhoek of een vierhoek gebruiken

- Een driehoek benoemen volgens de eigenschappen van de hoeken en van de zijden

- De begrippen ‘cirkel, straal, middelpunt, omtrek, diameter van een cirkel’ correct gebruiken

- Vierhoeken, driehoeken en cirkels tekenen

- Het grondplan en de verschillende aanzichten van een gegeven blokkenbouwsel bepalen

- Werken met kijklijnen (viseerlijnen) o.a. om de plaats van de schaduw te bepalen